Publicatie : 2018-06-18
Numac : 2018012750

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
3 JUNI 2018. - Wet tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden



FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2. In artikel 2 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
"1° voetbalwedstrijd: de variant van het voetbalspel die met twee ploegen van elf spelers op een grasveld of op een veld in synthetisch materiaal wordt gespeeld; deze voetbalwedstrijden situeren zich onder de koepel van een overkoepelende sportbond;";
2° er wordt de bepaling 2° /1 ingevoegd, luidende:
"2° /1. nationale afdeling: alle voetbalwedstrijden die worden gespeeld op andere niveaus dan die gespeeld op provinciaal niveau, met uitzondering van de wedstrijden van een damescategorie of een bepaalde leeftijdscategorie. De eerste afdeling is de hoogste in het klassement, de vijfde de laagste;";
3° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° internationale wedstrijd: de in de bepaling onder 1° bepaalde voetbalwedstrijd waaraan ten minste één niet-Belgische ploeg deelneemt en die deelneemt aan een buitenlands kampioenschap of representatief is voor een vreemde natie. Indien een Belgische club deelneemt, behoort deze tot de nationale afdeling zoals bepaald in de bepaling onder 2° /1;";
4° in de bepaling onder 4° worden de woorden "of iedere andere voetbalwedstrijd zoals hierna vermeld" ingevoegd tussen de woorden "internationale voetbalwedstrijd" en de woorden "geheel of ten dele";
5° in de bepaling onder 7° worden de woorden "voor zover het speelveld grenst aan ten minste een tribune" opgeheven en wordt deze bepaling aangevuld met de woorden "; bij afwezigheid van een buitenomheining doet de binnenomheining dienst als afbakening;";
6° de bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt:
"9° perimeter: de ruimte aansluitend bij de buitenomheining van het stadion, of bij gebreke van een buitenomheining, bij de binnenomheining rond het speelveld, waarvan de geografische grenzen vastgesteld worden door de Koning, na raadpleging van de betrokken burgemeester, politiediensten en organisator, en die een straal van 5 000 meter vanaf respectievelijk de buiten- of binnenomheining niet mag overschrijden;";
7° de bepaling onder 10° wordt aangevuld met de woorden "alsook elk voetbal gerelateerd evenement georganiseerd op een voor het publiek toegankelijke besloten plaats door de in de bepaling onder 4° bedoelde organisator;";
8° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 12° tot 15°, luidende:
"12° supporters liaison officer (SLO): de natuurlijke persoon aangewezen om de communicatie tussen de club, supporters en administratieve overheid te verzekeren;
13° gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke: referentiepersoon die gemachtigd wordt door de organisator om in te staan voor de controle op de stadioninfrastructuur en haar conformiteit met de veiligheidsnormen, het hiërarchisch gezag en de bestuursmacht uitoefent over de stewards, de briefing organiseert voor de stewards en de organisator vertegenwoordigt in de lokale adviesraad, het coördinatieforum en de voorbereidende vergaderingen voorzien in artikel 5 van deze wet. Hij is ook de referentiepersoon om aan de politiediensten alle inlichtingen betreffende de veiligheid in het stadion te verstrekken;
14° nationale vrouwenvoetbalwedstrijd: de in de bepaling onder 1° bepaalde voetbalwedstrijd waaraan ten minste één club uit een van de hoogste twee nationale afdelingen vrouwenvoetbal deelneemt of de in 1° gedefineerde voetbalwedstrijd waaraan de vrouwenvoetbalploeg die representatief is voor de Belgische natie deelneemt;
15° nationale jeugdvoetbalwedstrijd: de in de bepaling onder 1° bepaalde voetbalwedstrijd waaraan ten minste één club uit een van de hoogste twee nationale jeugdafdelingen deelneemt of de in 1° gedefineerde voetbalwedstrijd waaraan de jeugdvoetbalploeg die representatief is voor de Belgische natie deelneemt.".
Art. 3. In artikel 5 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "hetzij voetbalwedstrijden die behoren tot het kampioenschap van de derde nationale afdeling," ingevoegd tussen de woorden "nationaal kampioenschap," en de woorden "zijn ertoe gehouden";
2° in het eerste lid worden de woorden "1 augustus" telkens vervangen door de woorden "21 juli";
3° het tweede lid wordt opgeheven;
4° in het derde lid, dat het tweede lid wordt, worden de woorden "of van voetbalwedstrijden die behoren tot het kampioenschap van de derde nationale afdeling" ingevoegd tussen de woorden "internationale voetbalwedstrijden" en de woorden "die niet gehouden zijn";
5° in het derde lid, dat het tweede lid wordt, wordt het woord "acht" vervangen door het woord "vijf";
6° in het vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "eerste en tweede lid".
Art. 4. Artikel 6 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Art. 6. Voor de coördinatie en de leiding van het veiligheidsbeleid duiden de organisatoren van een nationale voetbalwedstrijd, van een internationale voetbalwedstrijd of van voetbalwedstrijden die behoren tot het kampioenschap van de derde nationale afdeling een gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke aan.
De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder een gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke in een afdeling lager dan de eerste drie nationale afdelingen verplicht kan worden gemaakt voor een voetbalwedstrijd waarvoor, na een door de Koning bepaalde risicoanalyse, een verhoogd veiligheidsrisico waargenomen is dat te vergelijken is met de risico's van nationale voetbalwedstrijden. Deze risicoanalyse omvat ten minste volgende elementen: een raming van het verwacht aantal toeschouwers, een overzicht van incidenten in het verleden en een overzicht van te verwachten problemen op basis van politionele informatie.".

Art. 5. Artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003, wordt vervangen als volgt:
"Art. 7. § 1. De organisatoren van een nationale voetbalwedstrijd of van een internationale voetbalwedstrijd werven stewards van het ene en het andere geslacht aan.
De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden waaronder de aanwerving van stewards in een afdeling lager dan de eerste twee nationale afdelingen verplicht kan worden gemaakt voor een voetbalwedstrijd waarvoor, na een door de Koning bepaalde risicoanalyse, een verhoogd veiligheidsrisico waargenomen is dat te vergelijken is met de risico's van nationale voetbalwedstrijden. Deze risicoanalyse omvat ten minste volgende elementen: een raming van het verwacht aantal toeschouwers, een overzicht van incidenten in het verleden en een overzicht van te verwachten problemen op basis van politionele informatie.
§ 2. De organisatoren van voetbalwedstrijden die behoren tot het kampioenschap van de eerste twee nationale afdelingen wijzen een supporters liaison officer aan.".

Art. 6. Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "De Koning bepaalt het minimum aantal stewards en hun hiërarchische structuur, de bevoegdheden en taken van de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijken en de supporters liaison officer, alsmede de minimale voorwaarden van rekrutering, opleiding en bekwaamheid waaraan de stewards, de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijken en de supporters liaison officer moeten voldoen.".

Art. 7. Artikel 9, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin:
"De Koning bepaalt eveneens de voorwaarden waaronder de organisatie van een lokale adviesraad in een afdeling lager dan de eerste twee nationale afdelingen verplicht kan worden gemaakt.".

Art. 8. Artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 10. § 1. De organisatoren van een nationale of internationale voetbalwedstrijd of van een voetbalwedstrijd waaraan minstens één ploeg uit de derde nationale afdeling deelneemt, nemen ten minste de volgende maatregelen:
1° het opstellen van een reglement van inwendige orde, dat op een duidelijke en blijvende manier aan de toeschouwers wordt meegedeeld;
2° het vaststellen van een regeling van burgerrechtelijke uitsluiting en een regeling inzake afgifte van voorwerpen in het reglement van inwendige orde;
3° het controleren van de naleving van het reglement van inwendige orde;
4° het nemen van actieve en passieve veiligheidsmaatregelen die de veiligheid van het publiek en de hulp- en politiediensten beogen door de beheersing van de beweging van toeschouwers, de scheiding van rivaliserende toeschouwers, en de concrete tenuitvoerlegging van het reglement van inwendige orde;
5° het helpen toezien op de naleving van de stadionverboden;
6° het nemen van maatregelen om de gastvrijheid en comfort in het stadion te verzekeren.
§ 2. De organisatoren van een nationale of internationale voetbalwedstrijd nemen minstens de volgende maatregelen:
1° het installeren van bewakingscamera's volgens de nadere regels bepaald in titel II, hoofdstuk IIbis;
2° het zorgen voor het ticketbeheer, waaronder in ieder geval begrepen is: het aanmaken van de toegangsbewijzen, de distributie ervan, de toegangscontrole en de controle op de geldigheid en op het regelmatig bezit van de toegangsbewijzen; de Koning kan hiertoe bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nadere regels vaststellen van het ticketbeheer;
3° het uitwerken van een intern noodplan, dat onder meer de evacuatie organiseert; dit plan wordt in de eerste twee jaar dat een organisator onder het toepassingsgebied van deze wet valt, jaarlijks getest met alle betrokken partners; nadien wordt dit plan driejaarlijks getest met alle betrokken partners; de Koning bepaalt de minimale bepalingen van het intern noodplan en de nadere regels van de test.
§ 3. De Koning kan aanvullende concrete beschikkingen bepalen teneinde de veiligheid van de toeschouwers en het vreedzaam verloop van de wedstrijd te garanderen, die binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van het besluit houdende deze beschikkingen bij wet dienen te worden bekrachtigd. Bij gebrek aan bekrachtiging door een wet binnen twaalf maanden na publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad houdt dit besluit op uitwerking te hebben.".

Art. 9. In artikel 10bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "artikel 10, 4° " worden vervangen door de woorden "artikel 10, § 1, 4° ";
2° de woorden "of van voetbalwedstrijden waaraan minstens één ploeg uit de derde nationale afdeling deelneemt" worden ingevoegd tussen de woorden "internationale voetbalwedstrijd" en de woorden "in de overeenkomst".

Art. 10. In titel II van dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd, luidende "Nadere regels betreffende de installatie en de werking van bewakingscamera's in de voetbalstadions".

Art. 11. In hoofdstuk IIbis ingevoegd bij artikel 10 wordt een artikel 10ter ingevoegd luidende:
"Art. 10ter. § 1. In afwijking van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing op elke nationale en internationale voetbalwedstrijd georganiseerd door een club behorend tot de eerste twee nationale afdelingen of de overkoepelende sportbond.
§ 2. De <camera>'s en het registratiesysteem worden in werking gesteld naar aanleiding van elke wedstrijd, en dit gedurende de ganse periode tijdens dewelke het stadion toegankelijk is voor toeschouwers.
Wanneer het stadion niet toegankelijk is voor het publiek, valt het gebruik van deze <camera>'s onder de toepassing van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's.
§ 3. De Koning kan aanvullende concrete beschikkingen bepalen betreffende de installatie en de werking van bewakingscamera's in de voetbalstadions.".

Art. 12. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10quater ingevoegd, luidende:
"Art. 10quater. § 1. Elk stadion gebruikt door een organisator, dient uitgerust te zijn met <camera>'s die het mogelijk maken de volgende plaatsen in detail te observeren:
1° het speelveld en diens aansluitende zone;
2° alle staan- en zitplaatsen binnen de tribunes;
3° alle controlepunten die toegang geven tot het stadion;
4° elke andere plaats binnen het stadion zoals bepaald door de bevoegde bestuurlijke overheid in functie van het mogelijke risico en op advies van de bevoegde ordedienst.
§ 2. Het aantal <camera>'s en de in § 1 bedoelde plaatsen worden vastgelegd en omschreven in de overeenkomst opgemaakt overeenkomstig artikel 5.
§ 3. Voor het bepalen van het aantal <camera>'s wordt onder meer rekening gehouden met:
1° de kwaliteit van de <camera>'s;
2° de afstand tussen de <camera> en het te filmen object;
3° het verlichtingsniveau op de plaats waar dient te worden gefilmd;
4° de lichtomstandigheden waardoor de stralen dienen te gaan;
5° het type <camera>.".

Art. 13. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10quinquies ingevoegd, luidende:
"Art. 10quinquies. De <camera>'s moeten een close-up kunnen tot stand brengen die toelaat eenieder te identificeren op de in artikel 10quater, § 1, bedoelde plaatsen, en dit ongeacht de weers- en lichtomstandigheden.
Voor de <camera>'s gericht op de staan- en zitplaatsen binnen de tribunes moet deze close-up minimaal mogelijk zijn in het gezicht van de aanwezigen, en dit op het moment dat zij naar het speelveld kijken.".

Art. 14. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10sexies ingevoegd, luidende:
"Art. 10sexies. § 1. De <camera>'s moeten voorzien zijn van een systeem dat de beelden automatisch digitaal registreert en bewaart op een courant medium.
De installatie moet toelaten de vastgelegde beelden onmiddellijk af te drukken en digitaal over te zenden aan de bevoegde politionele en gerechtelijke diensten.
De kwaliteit van de afdruk dient derwijze te zijn dat de identificatie van personen mogelijk is.
Het camerasysteem moet voldoende beveiligd zijn tegen elke vorm van externe manipulatie.
§ 2. Voor nationale en internationale voetbalwedstrijden georganiseerd door de organisator van een club uit de twee eerste nationale afdelingen of de overkoepelende sportbond, moet het mogelijk zijn om van alle <camera>'s tegelijkertijd beelden te registreren, en dit uiterlijk binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze bepaling. Het moet in elk geval mogelijk zijn om tegelijkertijd beelden te registreren van zowel de toeschouwers van de thuisclub als de bezoekende club.".

Art. 15. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10septies ingevoegd, luidende:
"Art. 10septies. Het camerasysteem wordt minstens gericht vanuit het commandolokaal van het stadion.
De handleiding in de gebruikte landstaal met de gebruiksinstructies van de <camera>-installatie moet steeds in het commandolokaal ter beschikking zijn.".

Art. 16. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10octies ingevoegd, luidende:
"Art. 10octies. De <camera>'s worden bediend door één of meerdere door de organisator schriftelijk aangewezen personen.
De identiteit van deze personen wordt opgenomen in de in artikel 5 bedoeld overeenkomst.
Het bekijken van de beelden in real time is uitsluitend toegestaan, opdat de bevoegde diensten zich preventief kunnen opstellen en onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd.".

Art. 17. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10novies ingevoegd, luidende:
"Art. 10novies. § 1. De organisator handelt als verantwoordelijke voor de verwerking van de beelden, geregistreerd krachtens artikel 10sexies. De verantwoordelijke voor de verwerking moet begrepen worden in de zin bedoeld in artikel 4, 7°, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
Deze verwerking heeft tot doel de feiten, gesanctioneerd door deze wet, de misdrijven en de inbreuken op het reglement van inwendige orde uitgevaardigd door de organisator, te voorkomen en op te sporen, en hun sanctie mogelijk te maken door de identificatie van daders.
§ 2. Beelden die aanleiding geven tot een proces-verbaal opgemaakt naar aanleiding van de feiten, misdrijven en inbreuken bedoeld in het § 1, tweede lid, worden door de organisator bijgehouden voor een periode van zes maanden, behoudens inbeslagname van de beelden met toepassing van artikel 35 van het Wetboek van strafvordering. Alle overige beelden worden bijgehouden voor een periode van drie maanden.
§ 3. De organisator brengt aan de ingang van het stadion op een duidelijke en zichtbare wijze het reglement van inwendige orde aan, in hetwelk hij de informatie vermeldt opgesomd in artikel 14 van het Reglement 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.".

Art. 18. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 10decies ingevoegd, luidende:
"Art. 10decies. Indien de organisator van de voetbalwedstrijd een club is die promoveert vanuit de derde nationale afdeling naar de tweede nationale afdeling, moet deze club vanaf de eerste thuiswedstrijd van het nieuwe seizoen volgend op de promotie voldoen aan de verplichtingen bedoeld in hoofdstuk II, titel III.".

Art. 19. In artikel 11 van dezelfde wet wordt de inleidende zin vervangen als volgt:
"Naast de noodzakelijke maatregelen die hij moet nemen wanneer hij zelf optreedt als organisator van een nationale of internationale voetbalwedstrijd of van een voetbalwedstrijd waaraan minstens één ploeg uit de derde nationale afdeling deelneemt, dient de overkoepelende sportbond, wat de maatregelen bedoeld in Hoofdstuk II betreft, de volgende maatregelen te nemen:".

Art. 20. Artikel 12 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 12. § 1. Bij het uitoefenen van hun taken en bevoegdheden treden de stewards op in het stadion en binnen de perimeter. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder stadion verstaan de ruimte die slechts kan worden betreden mits het voorleggen van een toegangsbewijs.
§ 2. Voor de opdrachten bedoeld in artikel 15, vijfde lid, 16 en 17, eerste lid, en voor zover het wordt bepaald in de overeenkomst bedoeld in artikel 5, kunnen de stewards tussenkomen op heel het grondgebied tijdens en naar aanleiding van georganiseerde collectieve verplaatsingen van supporters.
§ 3. De stewards kunnen eveneens tussenkomen naar aanleiding van elk voetbalevenement. In dit geval dienen deze stewards te beantwoorden aan de minimale voorwaarden van rekrutering en opleiding als bepaald door en krachtens artikel 8. Deze stewards worden onder het gezag geplaatst van een behoorlijk gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke.
§ 4. Wanneer een voetbalevenement wordt georganiseerd in een stadion, kunnen de stewards hun in de artikelen 13 tot 17 bepaalde taken en bevoegdheden uitvoeren.
§ 5. Wanneer een voetbalevenement wordt georganiseerd buiten een stadion, kunnen de stewards de controle van de toegangsbewijzen en het onthaal van de toeschouwers verzekeren. Ze verstrekken aan het publiek alle nuttige informatie met betrekking tot de organisatie, de infrastructuur en de hulpdiensten.
Ze delen aan de hulp- en politiediensten elke informatie mee betreffende de toeschouwers die de orde kunnen verstoren.".

Art. 21. In dezelfde wet wordt een artikel 12/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 12/1. Wanneer er stewards worden ingezet voor een voetbalevenement, sluiten de organisatoren en de bevoegde burgemeester na advies te hebben ingewonnen bij de betrokken politiezones voorafgaandelijk een schriftelijke overeenkomst betreffende de inzet, de bevoegdheden en de taken van de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke en van de stewards.".

Art. 22. In dezelfde wet wordt een artikel 12/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 12/2. Zodra de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke beschikt over de informatie betreffende de verplaatsing, het onthaal en de omkadering van de spelers, staff, scheidsrechters en de officiële delegatie op het Belgische grondgebied neemt hij contact op met de betrokken politiezones.".

Art. 23. In artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden: ", alsook voorwerpen die door het reglement van inwendige orde worden verboden.";
2° in het derde lid worden de woorden "artikel 10, 1° " vervangen door de woorden "artikel 10, § 1, 1° ";
3° in het vierde lid wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijke" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke".
Art. 24. In artikel 14 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "en spelers van de kleedkamers tot het speelveld" worden vervangen door de woorden "spelers, staff evenals de officiële delegatie van bij hun aankomst in het stadion tot aan hun vertrek.";
2° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"Indien nodig vergezellen de stewards de in het eerste lid bedoelde personen tot aan het bepaalde ontmoetingspunt voor zover dit zich op het Belgische grondgebied situeert.".

Art. 25. In artikel 15 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijke" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke";
2° in het vijfde lid worden de woorden "zowel op de parking uitgebaat door de organisator van de wedstrijd als in het stadion" ingevoegd tussen de woorden "onthaal van de toeschouwers" en de woorden "en voor de begeleiding".

Art. 26. In artikel 18 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, worden de woorden "of van een voetbalwedstrijd waaraan minstens één ploeg uit de derde nationale afdeling deelneemt" ingevoegd tussen de woorden "van een internationale voetbalwedstrijd" en de woorden "die de verplichtingen voorgeschreven" ;
2° in het derde lid worden de woorden "of aan de overkoepelende sportbond die de overige verplichtingen voorgeschreven" vervangen door de woorden ", van een voetbalwedstrijd waaraan minstens een ploeg uit de derde nationale afdeling deelneemt of aan de overkoepelende sportbond die de overige verplichtingen voorgeschreven, voor zover deze op hem van toepassing zijn,";
3° in het vierde lid, 4°, worden de woorden "artikel 10, 6° " vervangen door de woorden "'artikel 10, § 2, 1° ";
4° in het vierde lid, 5°, worden de woorden "artikel 10, 7° " vervangen door de woorden "artikel 10, § 2, 3° ".
Art. 27. Het opschrift van titel III van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Feiten die het verloop van een internationale voetbalwedstrijd, nationale vrouwenvoetbalwedstrijd, nationale jeugdvoetbalwedstrijd of voetbalwedstrijd waaraan minstens een team uit de nationale afdelingen deelneemt, kunnen verstoren".

Art. 28. Artikel 19 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016, wordt vervangen als volgt:
"Art. 19. Deze titel is van toepassing op feiten gepleegd gedurende de ganse periode tijdens welke het stadion waarin een internationale voetbalwedstrijd, nationale vrouwenvoetbalwedstrijd, nationale jeugdvoetbalwedstrijd of wedstrijd waaraan minstens een team uit de nationale afdelingen deelneemt plaatsvindt toegankelijk is voor de toeschouwers.
De artikelen 20bis, 21, tweede lid, 2°, 21bis, 21ter, 23bis, eerste lid, en 23ter, eerste lid, zijn van toepassing op feiten, begaan in de perimeter, tijdens de periode die aanvangt vijf uur vóór het begin van de voetbalwedstrijd en die eindigt vijf uur na het einde van de voetbalwedstrijd.
Artikel 23bis, tweede lid, is van toepassing op feiten, begaan alleen of in groep, op het grondgebied van het Koninkrijk, tijdens de periode die aanvangt achtenveertig uur vóór het begin van de voetbalwedstrijd en die eindigt achtenveertig uur na het einde van de voetbalwedstrijd.
Artikel 23ter, tweede lid, is van toepassing op feiten begaan op het grondgebied van het Koninkrijk, tijdens de periode die aanvangt vijf uur vóór het begin van de voetbalwedstrijd en die eindigt vijf uur na het einde van de voetbalwedstrijd.".

Art. 29. In artikel 21 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "of poogt te betreden" vervangen door de woorden "poogt te betreden of er zich bevindt";
2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden "of een burgerrechtelijke uitsluiting".

Art. 30. In artikel 21bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "veiligheidsverantwoordelijke" wordt vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Behoudens wettelijk voorschrift, overheidsbevel of andere uitdrukkelijke en voorafgaande toelating of gerechtvaardigde reden waaruit het geoorloofd karakter blijkt, kan eenieder die op het grondgebied van het Koninkrijk omwille van en ter gelegenheid van een voetbalwedstrijd de richtlijnen of bevelen gegeven door de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke, door een steward in de uitoefening van zijn functie vastgelegd door de wet, of door een lid van de politiediensten of van de hulpdiensten, niet opvolgt, één of meer sancties oplopen zoals bepaald in de artikelen 24, 24ter en 24quater.".

Art. 31. In artikel 23bis, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2007, tussen de woorden "eenieder die zich" en de woorden "in groep" worden de woorden "alleen of" ingevoegd."

Art. 32. In artikel 23ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003 en gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "die in het bezit is van zulke voorwerpen in het stadion" vervangen door de woorden "in het bezit is van zulke voorwerpen of deze gebruikt in het stadion of in de perimeter";
2° dit artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Eenieder die pyrotechnische voorwerpen bedoeld om licht, rook of lawaai te produceren gebruikt op het grondgebied van het Koninkrijk omwille van en ter gelegenheid van een voetbalwedstrijd, kan één of meer sancties oplopen als bepaald in de artikelen 24, 24ter en 24quater.
Voorgaande bepalingen zijn niet van toepassing op de organisator, die na positief advies van de hulpdiensten en de bestuurlijke en politiële overheden of diensten, gebruik maakt van pyrotechnische voorwerpen bedoeld om licht, rook of lawaai te produceren naar aanleiding van een voetbalwedstrijd.".

Art. 33. In artikel 24 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 2, 3°, wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijke" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke";
2° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende:
" § 2/1. In afwijking van §§ 1 en 2 kan in plaats van een sanctie een waarschuwing worden opgelegd voor zover de betrokkene over geen enkel antecedent in het kader van deze wet beschikt op het moment van de feiten.";
3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "aan een overtreder die in België woonplaats noch hoofdverblijfplaats heeft" opgeheven en wordt het woord "integraal" telkens ingevoegd voor de woorden "wordt betaald";
4° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "de integrale" ingevoegd tussen de woorden "ontvangst van" en het woord "betaling".

Art. 34. Artikel 24bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, wordt opgeheven.

Art. 35. In artikel 24ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 1, eerste lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden "waaraan een club van de eerste twee nationale afdelingen of van de eerste twee klassen amateurs uit België deelneemt, een wedstrijd" vervangen door de woorden "waaraan een club van een Belgische nationale afdeling deelneemt,";
2° in § 1, vierde lid, dat het vierde lid wordt, wordt het woord "betrokkene" opgeheven;
3° de paragrafen 2 tot 5 worden opgeheven;
4° het artikel wordt aangevuld met vier leden, luidende:
"De verplaatsing van de persoon tegen wie een verbod bestaat om het grondgebied te verlaten, kan worden vastgesteld door het bepalen van de identiteit van de betrokkene door de politiedienst van het land waarin de verplaatsing werd uitgevoerd of door elk ander bewijsmiddel dat toelaat de aanwezigheid in het buitenland te rapporteren.
De vaststelling van de plaats of van de identiteit van de persoon door de buitenlandse politiedienst kan meegedeeld worden aan de Belgische politieambtenaar die een proces-verbaal zal opstellen met toepassing van dit artikel.
Het niet-naleven van het administratief verbod om het grondgebied te verlaten wordt bij proces-verbaal vastgesteld door een politieambtenaar. Het origineel van dit proces-verbaal wordt overgezonden aan een ambtenaar, bedoeld in artikel 26, § 1, eerste lid.
Overeenkomstig de procedure bepaald in titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, kan in geval van overtreding van dit artikel een administratieve geldboete van tweeduizend tot vijfduizend euro en een administratief stadionverbod van twee tot vijf jaar worden opgelegd.".

Art. 36. In artikel 25, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden "binnen drie maanden te rekenen vanaf de vastelling van de feiten" ingevoegd tussen de woorden "van dit proces-verbaal wordt" en de woorden "gestuurd aan een ambtenaar" .

Art. 37. Het opschrift van titel IV, hoofdstuk II, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Het opleggen van officiële waarschuwingen en effectieve sancties.".

Art. 38. In titel IV, hoofdstuk II, van dezelfde wet, wordt een afdeling 1 ingevoegd, luidende: "Afdeling 1. Officiële waarschuwing".

Art. 39. In de afdeling 1, ingevoegd bij artikel 38, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 25/1. De politieambtenaar kan een officiële waarschuwing geven voor de feiten bedoeld in artikel 20 tot 23ter. Deze waarschuwing vermeldt welke feiten aan de betrokkene ten laste worden gelegd.".

Art. 40. In titel IV, hoofdstuk II, van dezelfde wet, wordt na artikel 25/1 een afdeling 2 ingevoegd die de artikelen 26 tot en met 29 bevat, luidende: "Afdeling 2. Effectieve sancties".

Art. 41. In artikel 26, paragraaf 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "Algemene directie veiligheids- en preventiebeleid" vervangen door de woorden "door de Koning aangewezen dienst".

Art. 42. Artikel 29 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 29. De beslissing tot het opleggen van een administratieve sanctie wordt met redenen omkleed. Zij vermeldt eveneens het bedrag van de administratieve geldboete, de duur van het administratief stadionverbod, de duur van het administratief perimeterverbod, en de duur van het administratief verbod het grondgebied te verlaten en de nadere regels van dit verbod, of één van die sancties alleen, en de bepalingen van artikel 24, § 3, van artikel 30, vierde lid, en van artikel 31.
De administratieve sanctie staat in verhouding tot de ernst van de feiten die haar verantwoorden, en in verhouding tot de eventuele herhaling.
De vaststelling van een overtreding of van meerdere samenlopende inbreuken op de verplichtingen opgelegd door of krachtens titel II, leidt hetzij tot een waarschuwing, hetzij tot een enkele administratieve geldboete die evenredig is aan de ernst van de feiten als geheel.
De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op de artikelen 20 tot 23ter maakt het voorwerp uit van een enkele administratieve geldboete, een enkel administratief perimeterverbod en een enkel administratief verbod het grondgebied te verlaten, of van een van deze sancties, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.
Indien de betrokken persoon reeds het voorwerp uitmaakt van een stadionverbod, een perimeterverbod of een verbod om het grondgebied te verlaten wanneer de administratieve beslissing uitvoerbare kracht verkrijgt, vangt het nieuwe stadionverbod, het perimeterverbod of het verbod om het grondgebied te verlaten aan de dag volgend op deze waarop het lopend verbod, een einde neemt.".

Art. 43. Artikel 30 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 april 2011, wordt aangevuld met het volgende lid:
"In geval van niet-betaling van de administratieve geldboete binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de beslissing, wordt de gedwongen terugvordering ervan geïnitieerd door de in artikel 26, § 1, eerste lid, bedoelde ambtenaar, behoudens beroep.".

Art. 44. Artikel 31, paragraaf 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003, wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Tegen de beslissing van de jeugdrechtbank kan geen hoger beroep worden ingesteld.
Onverminderd de bepalingen van het eerste en tweede lid zijn de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op het beroep bij de jeugdrechtbank en op de buitengewone rechtsmiddelen.".

Art. 45. Artikel 37 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 37. Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve geldboetes, bepaald in artikel 18, worden verminderd tot beneden hun minimum, zonder dat zij lager kunnen zijn dan tweehonderdvijftig euro.
Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de in artikel 24 bepaalde administratieve geldboetes worden verminderd tot beneden het minimum, zonder dat ze lager kunnen zijn dan honderdvijfentwintig euro of tot een in artikel 24, § 2/1, bepaalde waarschuwing.".

Art. 46. Artikel 37bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 37bis. Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve stadionverboden, bepaald in artikel 24, § 2, worden verminderd tot een waarschuwing zoals bepaald in artikel 24, § 2/1, of tot een administratief stadionverbod beneden het minimum zonder dat dit korter kan zijn dan drie maanden.".
Art. 47. In artikel 38 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "van tweehonderd frank tot twintigduizend frank" worden vervangen door de woorden "van vijf tot vijfhonderd euro";
2° de woorden "of verkopen" worden vervangen door de woorden", verkopen of kopen";
3° het artikel wordt aangevuld met de woorden "of het niet respecteren van de supportersscheiding zoals bepaald in artikel 10, § 1, 4°. ".

Art. 48. In artikel 39 van dezelfde wet worden de woorden "van tweehonderd frank tot tienduizend frank" vervangen door de woorden "van vijf tot tweehonderdvijftig euro".

Art. 49. In artikel 41, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden "een aanmeldingsplicht," opgeheven.

Art. 50. Artikel 41bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 41bis. Wordt gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van vijfentwintig euro tot duizend euro, of met één van deze straffen alleen, elke persoon die, overeenkomstig artikel 24ter of 41, het voorwerp uitmaakt van een verbod om het grondgebied te verlaten en die minstens drie keer tijdens de periode van hetzelfde reisverbod dit niet heeft nageleefd.".

Art. 51. In artikel 43, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijke" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke" en worden de woorden "artikel 10, 2° " vervangen door de woorden "artikel 10, § 1, 2° ".

Art. 52. In artikel 43bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid woorden "artikel 10, 8° " vervangen door de woorden "artikel 10, § 1, 5° " en wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijke" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke";
2° in het tweede lid wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijke" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke".

Art. 53. In artikel 44, derde lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden "na de betrokkene gehoord te hebben, tenzij dit verhoor om veiligheidsredenen niet mogelijk is" opgeheven.

Art. 54. In artikel 45 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" en de woorden "Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" worden telkens vervangen door de woorden "Gegevensbeschermingsautoriteit";
2° in het vierde lid wordt het woord "veiligheidsverantwoordelijken" vervangen door de woorden "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijken".

Art. 55. In artikel 45bis, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003, worden de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "Gegevensbeschermingsautoriteit".

Art. 56. Deze wet treedt in werking op 1 juni 2018.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 juni 2018.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,
J. JAMBON
De Minister van Justitie,
K. GEENS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
K. GEENS