Moniteur Belge - Belgisch Staatsblad
Publicatie : 2011-05-20
|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
Aan de Dames en Heren Burgemeesters,
Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges,
Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie,
Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie,
Aan de Heer Voorzitter van de Vaste commissie van de lokale politie,
Ter informatie :
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs,
Aan de Heer wd. Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;
Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester,
Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter,
Mevrouw, Mijnheer de Korpschef,
Mijnheer de Commissaris-generaal,
Mijnheer de Voorzitter,
Deze omzendbrief wijzigt de omzendbrief van 10 december 2009 betreffende de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, zoals gewijzigd door de wet van 12 november 2009, met als doel bijkomende aanbevelingen te formuleren om een antwoord te bieden op de vragen die er in de praktijk nog steeds zijn, in het bijzonder bij het gebruiken van vaste bewakingscamera's tijdens festivals.
De wijzigingen aangebracht in de omzendbrief van 10 december 2009 zijn de volgende :
1° het punt « 1. Definities » wordt aangevuld met een punt 1.5. luidende :
« 1.5. Onderscheid tussen de verschillende plaatscategorieën
1.5.1. Verschil tussen niet-besloten plaats en besloten plaats
De camerawet definieert de niet-besloten plaats als « elke plaats die niet door een omsluiting is afgebakend en vrij toegankelijk is voor het publiek » (artikel 2, 1° van de camerawet). Deze definitie bevat dus twee criteria : de niet-omsluiting en de vrije toegankelijkheid voor het publiek. Uit deze twee elementen kan men afleiden wat men meestal verstaat onder publieke ruimten beheerd door de overheid (in het bijzonder de openbare weg). Deze plaatscategorie zou geen betrekking moeten hebben op privépersonen of zelfs openbare rechtspersonen die geen bevoegdheid hebben inzake toezicht en beveiliging op dit soort van plaatsen. De wetgever had namelijk niet de bedoeling om particulieren de mogelijkheid te geven de openbare weg te bewaken,
wat reeds verboden werd door andere wetgevingen. Als een aannemer bijvoorbeeld werken uitvoert op de openbare weg, dan betreft dit een niet-besloten plaats : deze aannemer heeft niet de bevoegdheid om op deze plaats camera's te plaatsen om de werf te bewaken.
De besloten plaatsen daarentegen zijn, zoals hun benaming het aangeeft, afgebakend door een omsluiting. Alle gebouwen zijn dus besloten plaatsen. Wat de omsluiting betreft, bepaalt het koninklijk besluit van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's dat « de omsluiting minstens moet bestaan uit een op rechtmatige wijze aangebrachte visuele afbakening of aanduiding waardoor de plaatsen van elkaar kunnen worden onderscheiden ». Men moet dus duidelijk kunnen zien dat deze plaats zich onderscheidt van een andere door het feit dat deze visueel is afgebakend. Deze afbakening moet op rechtmatige wijze aangebracht zijn, dit wil zeggen dat degene die de afbakening aanbrengt, een persoon moet zijn die een zakelijk recht op deze plaats bezit (eigenaar, verhuurder, erfpachter,...). Ze kan eveneens tijdelijk zijn (bijvoorbeeld evenement georganiseerd op de openbare weg, duidelijk afgebakend met hekken : dit deel van niet-besloten plaats wordt - voor de duur van het evenement - een voor het publiek toegankelijke besloten plaats).
1.5.2. Verschil tussen voor het publiek toegankelijke en niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats
De voor het publiek toegankelijke besloten plaats wordt gedefinieerd als « elk besloten gebouw of elke besloten plaats bestemd voor het gebruik door het publiek waar diensten aan het publiek kunnen worden verstrekt » (artikel 2, 2°). De niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats wordt daarentegen gedefinieerd als « elk besloten gebouw of elke besloten plaats die uitsluitend bestemd is voor het gebruik door de gewoonlijke gebruikers » (artikel 2, 3°).
Het eerste criterium dat een onderscheid maakt is de toegankelijkheid voor het publiek. Terwijl de eerste plaats toegankelijk is voor het publiek is de tweede dat niet. Bovendien kunnen er op de voor het publiek toegankelijke besloten plaats diensten worden aangeboden aan het publiek : het betreft een plaats bestemd voor het gebruik door het publiek. Wat belangrijk is betreffende dit criterium van diensten, is het feit dat er een dienst kan worden aangeboden al naargelang de bestemming die de verantwoordelijke van de verwerking aan de plaats heeft gegeven : als een persoon deze plaats betreedt zonder de voorgestelde dienst te gebruiken, dan verandert deze plaats niet de facto van categorie. Bovendien is het niet omdat de toegang van de plaats is onderworpen aan bepaalde voorwaarden (zoals een betalende inkom), dat deze plaats een niet voor het publieke toegankelijke plaats wordt.
Hieruit leidt men af dat de handelszaken, winkelgalerijen, banken, loketzalen in een station of gemeentebestuur, stations, metrostations, privéparkings, sportzalen, cafés en restaurants, voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen zijn. Deze categorie van voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen bestaat dus uit heel gevarieerde plaatsen. De niet voor het publiek toegankelijke plaatsen zijn daarentegen private woningen, appartementsgebouwen, delen van kantoorgebouwen die toegankelijk zijn voor de bedienden,...
In geval van twijfel over de categorie van plaats of van gemengde plaats wil de filosofie van de wet op de persoonlijke levenssfeer, die staat voor een zo groot mogelijke bescherming van de persoonlijke levenssfeer, dat de meest strikte gegevens worden toegepast. »
2° In de eerste paragraaf van het punt « 2.4. Advies van de gemeenteraad ingeval van voorlopige vaste bewakingscamera's », worden de woorden « bezetting van openbare terreinen door zigeuners » opgeheven.
3° Er wordt een punt 4 ingevoegd, luidende :
« 4. Gebruik van vaste bewakingscamera's tijdens festivals
4.1. Verantwoordelijke voor de verwerking
De verantwoordelijke voor de verwerking is de persoon die beslist om bewakingscamera's te plaatsen en die de doeleinden en middelen voor de verwerking van persoonsgegevens bepaalt. Het is de verantwoordelijke voor de verwerking die erop zal moeten toezien dat alle wettelijke en reglementaire voorschriften worden nageleefd en hij is hier verantwoordelijk voor.
Wanneer bewakingscamera's worden geplaatst en gebruikt tijdens een festival, is de verantwoordelijke voor de verwerking bijvoorbeeld :
- de eigenaar van de plaats waar het festival wordt georganiseerd;
- de eigenaar van de plaats en de organisator van het festival;
- de organisator van het festival en de politiediensten;
- ...
Gelet op de bewoordingen van de wettelijke definitie van de verantwoordelijke voor de verwerking (« de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, de feitelijke vereniging of het openbaar bestuur »), laat de wet immers meerdere mogelijkheden toe, namelijk dat meerdere betrokken personen samen verantwoordelijke voor de verwerking kunnen zijn. In het geval van een festival kan deze manier van werken een betere samenwerking mogelijk maken tussen de organisator (en zijn veiligheidsdienst) en de politiediensten.
4.2. Betrokken plaatscategorie
De vaste bewakingscamera's die tijdens de hele duur van een festival worden geplaatst en gebruikt, kunnen zowel de ingang van de plaats waar het festival plaatsvindt, als de plaats zelf filmen. Wij wijzen erop dat, zelfs indien camerabewaking bijna een gewoonte wordt, de verantwoordelijke voor de verwerking er altijd moet op toezien dat de camera's slechts worden gebruikt als dit nodig is, naar verhouding en op efficiënte wijze, en alleen maar als andere beveiligingsmiddelen niet volstaan. Het betreft hier de basisprincipes voor de naleving van de persoonlijke levenssfeer.
Zijn de bewakingscamera's die tijdens festivals worden gebruikt, onderworpen aan regels betreffende niet-besloten of besloten plaatsen ? Dat hangt af van de plaatsgesteldheid :
- Als het festival op volledig open wijze op de openbare weg wordt georganiseerd zonder dat er een duidelijke ingang of uitgang is, dan zullen de regels voor de niet-besloten plaatsen moeten worden gevolgd;
- Als het festival wordt georganiseerd op een terrein dat gewoonlijk een niet-besloten plaats is, maar waarvan de perimeter voor de gelegenheid duidelijk is afgebakend met hekken bijvoorbeeld, dat men goed een ingang onderscheidt, dat de inkom eventueel betalend is, dan zal deze niet-besloten plaats voor de duur van het festival een voor het publiek toegankelijke besloten plaats worden en zullen de hierop betrekking hebbende regels van toepassing zijn;
- Als het festival wordt georganiseerd op een besloten plaats die is afgebakend met onroerende elementen, dan gaat het over een voor het publiek toegankelijke besloten plaats met de wettelijke gevolgen die dat met zich meebrengt.
- Als de camera's backstage geplaatst zijn, zijn deze onderworpen aan de regels die gelden voor de niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen.
4.3. Na te leven regels
Op grond van de plaatsgesteldheid waar het festival wordt georganiseerd, kan men dus ofwel te maken hebben met een niet-besloten plaats als met een voor het publiek toegankelijke besloten plaats, of nog, als er alleen backstage camerabewaking is, met een niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats.
In geval van twijfel moet men de meest strikte regels toepassen, namelijk de regels die zijn voorgeschreven voor de niet-besloten plaatsen, als men twijfelt tussen de categorieën « niet-besloten plaats » en « besloten plaats », en de regels voorgeschreven voor de voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen als men twijfelt tussen de twee categorieën van besloten plaatsen (al dan niet voor het publiek toegankelijk). Op dezelfde wijze, als men zowel het niet voor het publiek toegankelijke deel als het voor het publiek toegankelijke deel filmt (gemengde plaats) door middel van éénzelfde systeem, dan moet men de regels voor de voor het publiek toegankelijke plaatsen toepassen.
Als het een niet-besloten plaats betreft, dan moet men voor het kunnen plaatsen van bewakingscamera's een positief advies krijgen van de gemeenteraad van de gemeente waar zich de plaats bevindt (cfr. punt 2. Vaste bewakingscamera's op de niet-besloten plaatsen- voorafgaand advies en raadpleging van de korpschef). De camera's kunnen pas worden geplaatst nadat dit positief advies is verkregen.
Als het een (al dan niet) voor het publiek toegankelijke besloten plaats betreft, zal de gemeenteraad zich niet moeten uitspreken over de plaatsing van bewakingscamera's.
In alle gevallen zal de verantwoordelijke voor de verwerking, voor de inwerkingstelling van de bewakingscamera's, aangifte moeten doen van de plaatsing bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer via de internetsite www.privacycommission.be. In het veld « Benaming van het tijdelijk evenement » van de aangifte zal de verantwoordelijke voor de verwerking de data van het festival vermelden om aan te geven dat het een voorlopig gebruik van camera's betreft. Als er herhaald gebruik wordt gemaakt van camera's, zal de aangifte moeten worden aangepast bij elk gebruik. Als het een enig gebruik van camera's op deze plaats betreft, zal de aangifte na het festival moeten worden geschrapt.
De verantwoordelijke voor de verwerking moet er ook op toezien dat de personen geïnformeerd worden dat ze gefilmd worden door aan de ingangen van het festival op duidelijk zichtbare wijze het bij koninklijk besluit van 14 februari 2008 bepaalde pictogram aan te brengen.
Als de camera's tijdens de duur van het festival verplaatst worden, zal men er altijd op moeten toezien dat de pictogrammen correct worden aangebracht (deze van plaats veranderen indien nodig) en dat de aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer correct is.
Aan de verantwoordelijken voor de verwerking wordt aangeraden om een volledig dossier bij te houden over de camerabewaking tijdens het festival waarin met name alle elementen van de aangifte zitten, evenals een « cameraplan », om zodoende de ordedienst tijdens het evenement zo goed mogelijk te organiseren.
Wat het gebruik van de bewakingscamera's betreft, zullen de regels betreffende het bekijken van de beelden in real time verschillen al naargelang men zich op een niet-besloten of een besloten plaats bevindt.
Voor de niet-besloten plaatsen voorziet de wet dat het bekijken van beelden in real time uitsluitend is toegestaan onder toezicht van de politiediensten opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd (artikel 5, § 4). Ongeacht wie de verantwoordelijke voor de verwerking is, zullen de politiediensten altijd het bekijken van de beelden in real time moeten superviseren wanneer het een niet-besloten plaats betreft. Bovendien kunnen alleen de categorieën personen die bij koninklijk besluit worden aangewezen, de beelden bekijken. In afwachting van dit koninklijk besluit hebben de politiediensten het monopolie van het bekijken van de beelden in real time voor de niet-besloten plaatsen.
Voor de besloten plaatsen kan het bekijken van de beelden in real time uitsluitend georganiseerd worden opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde. Maar wat de personen die toegang hebben tot de beelden betreft, voorziet de wet dat het alleen de verantwoordelijke voor de verwerking en de personen die onder zijn toezicht handelen zijn. Het is dus mogelijk dat de verantwoordelijke van een festival camera's plaatst om toezicht te houden op de plaats en het bekijken van beelden in real time organiseert. Als deze personen evenwel continu achter de schermen blijven om de beelden te bekijken, dan betreft het een bewakingsactiviteit en zullen deze personen moeten beantwoorden aan de voorwaarden van de wet van 10 april 1990 betreffende de private en bijzondere veiligheid : de verantwoordelijk zal een beroep doen op ofwel personen die deel uitmaken van een vergunde interne bewakingsdienst, ofwel bewakingsagenten die lid zijn van een vergunde bewakingsonderneming.
Wat het opnemen en bewaren van de beelden betreft, gelden dezelfde regels voor alle plaatscategorieën : het opnemen van de beelden is uitsluitend toegestaan teneinde bewijzen van feiten te verzamelen of personen te identificeren (daders, verstoorders van de openbare orde, getuigen, slachtoffers). Indien zij er niet in slagen één van deze twee doelen te bereiken, kunnen zij niet langer dan één maand worden bewaard. »
Ik hoop dat deze nieuwe aanbevelingen en verduidelijkingen de uniforme toepassing van de camerawet in het hele koninkrijk nog meer ten goede zal komen.
Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.
Brussel, 13 mei 2011.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM