Moniteur Belge - Belgisch Staatsblad

Publicatie : 2018-09-25
Numac : 2018013880

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
2 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit ter bepaling van de technische middelen die bewakingsondernemingen aan derden kunnen ter beschikking stellen



FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, artikel 3, 12°.
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2017;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 14 mei 2018, bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn ;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder :
1° wet : de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
2° RPA : een op afstand bestuurd luchtvaartuig zoals bedoeld in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim;
3° RPAS : een op afstand bestuurd luchtvaartuigsysteem, zoals bedoeld in artikel 1, 5° van het koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim;
4° mobiele bewakingscamera: bewakingscamera zoals gedefinieerd in artikel 2, 4° /1 van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
5° mobiele commandopost : een verplaatsbare infrastructuur van waaruit de inzet van de aanwezige veiligheidsdispositieven tijdens een evenement gecoördineerd wordt;
6° speurhond: hond ingezet voor het speuren naar personen, drugs, menselijke resten, explosieven, componenten van explosieven, munitie, wapens, brandversnellers of gaslekken.
Art. 2. De technische middelen bedoeld in artikel 3, 12°, van de wet zijn de volgende :
1° RPA uitgerust met een bewakingscamera zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
2° RPAS uitgerust met een bewakingscamera zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
3° mobiele bewakingscamera's;
4° mobiele commandoposten;
5° speurhonden.
Art. 3. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 september 2018.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,
J. JAMBON